vrijdag 17 april 2015

Strijdlust

Het is donderdag 16 april, 22.04 uur, en ik zit in een totaal lawaaierige kroeg in het hartje van Amsterdam. Tot een half uur geleden was ik op een steenworp afstand van hier als eerstejaars student aanwezig bij een vergadering van de Universiteit van Amsterdam (UvA). In één van de zalen op het Binnengasthuis-terrein, bij locatie Oude Manhuispoort (OMHP), vond een hoorzitting plaats over de ontruiming van het Maagdenhuis afgelopen zaterdag, 11 april. Anderhalve maand lang aten en dronken, sliepen en praatten, musiceerden en vooral discussieerden studenten in dit bestuurlijke centrum van de UvA aan het Spui. Ze voerden actie voor meer democratie in de organisatie van de universiteit, voor meer inspraak, voor een betere besteding van de financiële middelen, voor meer vaste contracten voor jonge en ervaren docenten en voor nog veel meer, als ik het allemaal goed heb begrepen. In het voorbije weekend zou er nog een wetenschappelijk festival worden gehouden, zo was afgesproken, en op maandag zouden ze het pand schoon en netjes opleveren. Zover kwam het niet: op zaterdag heeft de ME, na een uitspraak van de rechter in een door het College van Bestuur (CvB) aangespannen kort geding, het pand ‘ontruimd’, al waren er vrijwel geen studenten meer binnen. Die stonden op straat, alwaar diverse mensen hardhandig zijn weggesleurd en waar een aantal is gearresteerd. Omdat sommige studenten uit principe weigerden hun identiteit prijs te geven, zijn ze in ‘vreemdelingendetentie’ gezet: men weet zogenaamd niet wie ze zijn en voor zover bekend maakt het CvB geen aanstalten om het voor de studenten op te nemen en hun invrijheidstelling te bespoedigen. Dit duurt nu dus bijna een week (!) en ik hoorde zojuist dat ze maximaal negen maanden (!!) kunnen worden vastgehouden. Over al dit geweld en over de legitimiteit van het aanblijven van het CvB ging vanavond de vergadering. De aanwezigen konden zowel hun grieven over als hun steun voor de ontruimingsbeslissing laten horen. Mensen brachten met passie hun visie in, die in essentie meer over beleid ging dan over de ontruiming, al kan die als symptomatisch worden gezien voor waar veel klachten over gaan. Soms werden visies met applaus ontvangen, soms met ijzige stilte, soms, om de spreker niet te onderbreken, met opgestoken wapperende handen, als teken van instemming.
Slaapplaatsen in de gangen van het Maagdenhuis

Ik zat erbij en ik keek ernaar: hoe antropologisch, zo’n observerende houding! Wekenlang hebben jullie via mijn blog niks van me gehoord, omdat mijn vakken mijn aandacht volledig opslurpten. Vanavond tijdens de avond dacht ik: “Ik wil weer eens schrijven en wel over wat hier gebeurt!” Ik nam namelijk iets wonderlijks waar, iets wat me de laatste weken al vaker is overkomen. Al het oproer op de UvA houdt de gemoederen intens bezig en ik moest denken aan hoe dat met vlagen ook voor borstvoedingsonderwerpen geldt. Na twintig jaar ben ik in dat prachtige vak van mij zodanig thuis, dat ik er altijd wel een mening over heb. Ik vind er iets van. Ik wil er iets mee. Ik sta aan een kant. Als mensen er een betoog over houden, dan heb ik er associaties bij; dan heb ik een gevoel over hoe de spreker zich verhoudt tot het onderwerp, wat de gekozen positie is en hoe die aansluit of afwijkt van de visie die ik zelf in de loop der tijd heb ontwikkeld en die niet alleen maar over het daadwerkelijke voeden gaat, maar zeer zeker ook over de onderwerpen die er onlosmakelijk mee zijn verbonden. Ik zie de context, ik zie hoe bepaalde methodes en wijzen van aanpak recht doen aan de wetenschappelijke inzichten of die juist flagrant schenden. Het lijkt en voelt ook altijd alsof het allemaal zonneklaar is: “Dit behoeft toch geen uitleg? Het is toch overduidelijk dat X gelijk heeft en op het juiste spoor zit en Y niet?!” En als ik aanwezig ben bij zo’n vergadering waar van alles wordt besproken, dan verheug ik me over bepaalde uitspraken of ik wind me er mateloos over op. Dan heb ik het idee bondgenoten te hebben gevonden of juist getuige te zijn geweest van hoeveel er nog moet veranderen. Al die emoties hebben ook een fysiologische en emotionele impact op me: blijdschap, ergernis, hart in de keel, buikpijn, zweten, ontroering, verontwaardiging, hoop, wanhoop en vooral… strijdlust!

En nu? De afgelopen weken heb ik het allemaal aangehoord en aangekeken, alle opwinding en strijdvaardigheid. Ik was na afloop van een tentamen met een studiegenoot in het Maagdenhuis en ik proefde de sfeer in het voorheen zo sjieke pand, dat nu was bezaaid met posters en spandoeken, stoelen en vergaderschema’s, luchtbedden en slaapzakken, geurige levensmiddelen en tandenborstels bij de wc’s. En ik wist het niet, net zoals ik het vanavond niet wist. Het is blijkbaar niet zo simpel om te bepalen hoe het zit, om uit te vissen wie aan de ‘goede’ en wie aan de ‘verkeerde’ kant staan (als die kanten al bestaan). En toch vraagt ieder beleidsterrein vroeg of laat om keuzes, om beslissingen aangaande de vraag wat de hoogste prioriteit moet hebben of krijgen. Wanneer weet je genoeg? Wanneer weet je genoeg over baby’s en borstvoeding (of over een universiteit en het brede veld dat dáár bij hoort) om te kunnen zeggen: “Je kunt hoog of laag springen, maar dit beleid deugt gewoon niet en het moet echt anders. Dit kunnen we niet langer tolereren, want er vallen slachtoffers. Wat hier gebeurt, is op grond van die en die basale uitgangspunten ethisch niet verantwoord!” Ik ben zo eigenwijs dat ik denk dat ik daarover op het lactatiekundige gebied zo langzamerhand wel een goed gefundeerde mening heb ontwikkeld. Voor de UvA heb ik die zeker nog niet, al krijg ik er wel langzaam een betere indruk van. Daarom is het wel bijzonder dat ik vrijdagochtend bij een heel belangrijke vergadering over UvA-beleid zal zijn en vrijdagmiddag bij een belangrijke vergadering over borstvoedingsbeleid. Ik ben benieuwd, hoe ze elkaar gaan beïnvloeden in mijn hoofd! Volgende keer schrijf ik verder, onder andere over hoe dit soort zaken zich verhouden tot het dragen van verantwoordelijkheid en waarom dat voor veel mensen zo’n groot en moeilijk ding lijkt.
Open dialoog en sprekers van niveau ten behoeve van bezinning

Nu gaat de klok richting 23.00 uur en ik krijg zojuist bericht dat ik over een half uur op mijn logeeradres terecht kan, dus ik pak mijn spullen in en spring op de fiets, coslapen met onze oudste dochter, voormalig borstkind, voormalig UvA-student en nu promovenda op filosofisch-ethisch gebied! Man, wat een leven, wat een wereld… wat een rijkdom aan ervaringen en wat een zegen het allemaal te mogen meemaken!'
(Ik ben nog 'on the move' vandaag; mooi beeldmateriaal volgt later dit weekend.)

P.S. Deze verklaring van de Raad van Toezicht volgde vrijdag, nadat de Centrale Ondernemingsraad (COR) en de Centrale Studentenraad (CSR) hadden vergaderd en hun conclusie hadden overgebracht.